Paramenten


Collectie Liturgisch Textiel,
De H. Bartholomeuskerk te Poeldijk heeft een uitgebreide collectie liturgisch textiel in haar bezit, waaronder zo’n zeventig kazuifels, koorkappen, dalmatieken en tunieken. Daarnaast bestaat de collectie uit stola’s, manipels, palla’s en ander textiel dat tijdens de mis wordt gebruikt. Veel van het textiel in de collectie worden nu niet meer gebruikt. Soms omdat ze uit de mode zijn geraakt, maar ook nadat de eucharistieviering veranderde na het Tweede Vaticaanse Concilie (1962 – 1965).
De stukken uit de collectie dateren van ca. 1825 tot de tweede helft van de 20e eeuw. Zo laten ze een mooi beeld zien van de ontwikkeling van het textiel in de liturgie in deze periode.Liturgisch textiel is de benaming voor al het textiel dat in een kerk gebruikt wordt. Het betreft hier niet alleen de kleding die de priester en zijn assistenten dragen, maar ook het textiel dat gebruikt wordt in de kerk, zoals de altaarvoorhang en de kelkvelum. De term paramenten heeft van oorsprong alleen betrekking op de bovenkleding van de priester en zijn assistenten. Tegenwoordig wordt de term ruimer gebruikt en wordt met paramenten alle onderdelen van textiel bedoeld die bij de eredienst van de katholieke kerk betrokken zijn.
De afgelopen jaren zijn daar waar nodig, de kazuifels en andere paramenten hersteld. De Paramentengroep is op dit moment bezig met het digitaliseren van de collectie liturgisch textiel. Een aantal daarvan zijn hier op de website te vinden met een foto en een korte beschrijving  
 
(zie woordverklaring)  (Zie ook boekje open monumentendag 2011 in  PDF )

 

Kazuifel (vioolvorm) 19 eeuw
Materiaal: rood fluweel met beige linnen voering. Kolom (voor) en kruis (achter) van paars fluweel, afgebiesd met geweven goudkleurige banden en versierd met goudborduren in relief en goud- en ziiverkleurige pailletten.De voor- en achterkant zijn versierd met bloemen en ranken. In het midden vanhet kruis op de achterkant een medaillon met duif, symbool van de Heilige
Geest.Goudborduren is een vorm van draad op naaien. Vanaf de middeleeuwen wordt veel goudborduursel toegepast op Iiturgische kieding. De gouden draden die gebruikt worden, zijn gemaakt van vergulde vliesjes die gesponnen zijn om een zijden draad. De vuliing van de motieven is vaak karton, daaroverheen is gouddraad gespannen. Dit is goed te zien bij een van de bloemen op dit rode kazuifel: het goudborduurwerk heeft hier een beetje Iosgelaten, waardoor het karton goed te zien is.
Inventarisnummer:100010
Kazuifel Begin 20e eeuw
Materiaal: zwart damast weefsel afgezet met band met zilverdraad. Kolom (voor) en kruis (achter) geweven in creme, zilver en zwart en afgezet met zwart / wit koord. Het zwarte damast is versierd met vogel- en florale motieven, onder andere pauwen en duiven.
De kolom (voor) en het kruis (achter) zijn versierd met florale- en bladmotieven. Op het kruispunt staan de letters IHS.
De kleding van de priesters en zijn assistenten hebben verschillende kleuren met een eigen betekenis. In het Missale Romanum van 1570 zijn de voorschriften vastgelegd voor het kleurgebruik, waarmee oude gebruiken, die plaatselijk veel verschilden, op één lijn zijn gebracht. Zwart is de kleur van rouw. Deze kleur wordt gedragen op dagen die betrekking hebben op overlijden. Paars is eveneens de kleur van rouw en boete. Wit is de kleur van onder andere onschuld en zuiverheid, geloof en vreugde. Rood is de kleur van Iiefde, lijden en offer. Groen is de kleur van hoop, nederigheid en beschouwing.
Inventarisnummer:100060
Dalmatiek ca. 1825
MaterlaaI: creme damast met florale motieven en een rode voering. Kolommen voor en achter en onder aan de mouwen van effen stof, afgezet met geweven goudband en versierd met goudborduren in relief. De kolommen zijn versierd met druiventrossen en bladerranken, verwijzingen naar Jezus Christus en het Laatste Avondmaal. Een tros druiven is ook het attribuut van de heilige Vincentius van Zaragoza. Hij is de beschermheilige van de wijnbouwers.
Deze dalmatiek behoort tot een vierstel, samen met een tuniek, een kazuifel en een koorkap. Het schoudervelum behoort ook tot deze set.Een dergeiijke set wordt gedragen tijdens een mis met drie heren. Het kazuifel wordt door de priester gedragen, de dalmatiek door de diaken en de tuniek door de subdiaken. Soms is er ook een vierde heer aanwezig, een assisterend priester, deze draagt dan de koorkap. Vaak horen bij zo een set nog meer stukken, zoals een manipel, stola, bursa enkelkvelum.
Inventarisnummer:100062
 Kazuifel ca. 1910
Materiaal: groen ribsweefsel met rode voering. Kolom (voor) en kruis (achter) in een patroonweefsel met gestileerde motieven, afgewerkt met een geweven bandje in goud, groen en rood. In het midden op het kruis op de achterkant zijn de letters IHS te Iezen. Dit is het monogram van Jezus Christus en de letters staan voor Iesus Hominum Salvator: Jezus de Redder der Mensen. De afkorting kan ook staan voor In Hoc Signo (In dit teken zult gij overwinnen). Dit verwijst naar de droom die de Romeinse keizer Constantijn
de Grote gehad zou hebben (280 -337 na Chr.). Constantijn is de eerste christelijke Romeinse keizer. Hij sticht Constantinopel, dat nu Istanbul heet, en hij sticht het Byzantijnse rijk, dat tot ver in Perzié reikte. Aan de voorkant van het kazuifel zijn slijtageplekken te zien. Hier schuurde de priester met zijn buik tegen het altaar.
Inventarisnummer:100061
Kazuifel (vioolvorm) 19e e EUW
Materiaal: creme damast met florale motieven en een rode voering. Kolom (voor) en kruis (achter) van effen stof afgezet met geweven goudband en versierd met goudborduren in relief en platgeslagen goud. De zijpanden zijn versierd met goudborduren in relief. De kolom en het kruis zijn versierd met bloemenranken, druiventrossen en korenaren, verwijzingen naar Jezus Christus en het Laatste Avondmaal. Het kazuifel is ooit hersteld en hierbij is de druiventros aan de voorzijde vervangen. Dit is goed te zien aan de afwijkende kleur. In het midden van het kruis is een miskelk met hostie afgebeeld. Dit is het symbool van geloof, van de eucharistie. Voor en achter op de zijpanden zijn losse bloemmotieven geborduurd, onder andere roosjes.
Inventarisnummer:100054
Kazuifel en koorpkap Vermoedelijk begin 20e eeuw.
De kleding van de priesters en zijn assistenten hebben verschillende kieuren met een eigen betekenis. In het Missale Romanum van 1570 zijn de voorschriften vastgelegd voor het kleurgebruik, waarmee oude gebruiken, die plaatseiijk ,veel verschilden, op één lijn zijn gebracht.Zwart is de kleur van rouw. Deze kleur wordt gedragen op dagen die betrekking hebben op overlijden. Paars is eveneens de kleur van rouw en boete. Wit is de kleur van onder andere onschuld en -zuiverheid, geloof en vreugde. Rood is de kleur van liefde, Iijden en offer. Groen is de kleur van hoop, nederigheid en beschouwing.
In het midden op het kruis op de achterkant van het kazuifel zijn de letters IHS te lezen. Dit is het monogram van Jezus Christus en de letters staan voor Iesus Hominum Salvator. Jezus de Redder der Mensen. De afkorting kan ook staan voor in Hoc Signo (In dit teken zult gij ovenwinnen). Dit verwijst naar de droom die de Romeinse keizer Constantijn de Grote gehad zou hebben (280 -337 na Chr.). Constantijn is de eerste christeiijke Romeinse keizer.  
Inventarisnummer:100057
Koorkap ca. 1825
Materiaal: creme damast met florale motieven en een rode voering. De kolommen (voor) zijn versierd met goudborduren in relief en afgezet met machinaal geweven goudband. Het koorkapschild (achter) is versierd met applicatie en goudborduren in relief en afgezet met geweven goudband.
Op het koorkapschild is in het medailion het Mirakel van Amsterdam weergegeven, omgeven door druiventrossen en bladerranken. Enkele dagen voor Palmzondag, op 15 maart 1345, braakt een stervende man in de Amsterdamse Kalverstraat een hostie uit. Kort hiervoor heeft hij het sacrament der zieken, een hostie, ontvangen. De hostie wordt hierna in het vuur geworpen, maar hij blijft wonderbaarlijk in het vuur zweven. Een vrouw steekt naar handen in het vuur en pakt de ongeschonden hostie, zonder haar handen te branden. Ze legt de hostie in een kist naast de zieke. De pastoor van de parochiekerk neemt de hostie tot wel tweemaal toe mee naar de kerk, maar de volgende dag ligt de hostie tot ieders verbazing weer in de kist. Rond 15 maart is er nog steeds een sacramentsprocessie door de Amsterdamse straten.
Inventarisnummer: 100008
Schoudervelum ca. 1825
Materiaal: creme damast met florale motieven en een rode voering. Versiering in het midden op rood fluweel met goudborduren in relief, platgeslagen goud en goudkleurige pailletten. Motief in een vierpas en cirkel van geweven goudband. Versieringen aan uiteinden van goudborduren in relief.
Het brandend hart met de doornenkrans en het kruis symboliseert de liefde van Jezus Christus die zich tot het uiterste heeft gegeven. De stralennimbus verwijst naar de heerlijkheid waarin Hij na zijn kruisdood is opgenomen. De druiventrossen en bladerranken verwijzen naar het Bloed van
Christus en het Laatste Avondmaal. Het schoudervelum is zeer Iange en brede schouderdoek en
wordt gebruikt om onder andere de monstrans (waarin de hostie wordt tentoongesteld) of belangrijke relieken mee vast te pakken, zodat deze niet direct met de handen in aanraking komt. Een gesp voorkomt dat het velum van de schouders glijdt.
Inventarisnummer: 100231
Dalmatiek : 19 eeuw
Materlaal: rood fluweel met groene voering. Kolommen voor en achter afgezet met geweven goudband en
versierd met goudborduren in relief. De kolommen op de voor- en achterkant zijn versierd met druivenranken, druiventrossen en
korenaren. Een tros druiven (het Bloed van Jezus Christus) in combinatie met korenaren (het Brood des Levens) staat
symbool voor het Laatste Avondmaal en de eucharistie. Rood is de kleur van liefde, lijden en offer.
Deze dalmatiek hoort bij een vierstel. Dit is een set van dalmatiek , tuniek, kazuifel  en koorkap.Een dergelijke set wordt gedragen tijdens een mis met drie heren. Het kazuifel wordt door de priester gedragen,
de dalmatiek door de diaken en de tuniek door de subdiaken. Soms is er ook een vierde heer aanwezig, een assisterend
priester, deze draagt dan de koorkap. Vaak horen bij zo een set nog meer stukken, zoals een manipel, stola, bursa en kelkvelum.
Inventarisnummer: 100011
Kazuifel,vioolvorm 19e eeuw
Materiaal: rood fluweel met groene voering. Kolom (voor) en kruis (achter) zijn afgezet met geweven goudband en versierd met goudborduren in relief en platgeslagen goud.De voor- en achterkant van het kazuifel zijn versierd met druivenranken, druiventrossen en korenaren, verwijzingen naar Jezus Christus en het Laatste Avondmaal. In het midden van het kruis op de achterkant is een kelk met hostie afgebeeld omgeven door stralen in goud en zilver. Dit is het symbool van geloof, van de eucharistie.
Dit kazuifel hoort bij een vierstel. Dit is een set van dalmatiek , tuniek, kazuifel en koorkap.
Een dergelijke set wordt gedragen tijdens een mis met drie heren. Het kazuifel wordt door de priester gedragen, de dalmatiek door de diaken en de tuniek door de subdiaken. Soms is er ook een vierde heer aanwezig, een assisterend priester, deze draagt dan de koorkap. Vaak horen bij zo een set nog meer stukken, zoals een manipel, stola, bursa en kelkvelum.
Inventarisnummer: 100063
Koorkap 19e eeuw
Materiaal paars fluweel met groene voering. Kolom (voor) en koorkapschild (achter) zijn afgezet met geweven
goudband en versierd met goudborduren in relief. De voor- en achterkant zijn versierd met druivenranken,
druiventrossen en korenaren, verwijzingen naar Jezus Christus en het Laatste Avondmaal. Op het koorkapschild is
een duif afgebeeld omgeven door stralen. De duif is het symbool van de Heilige Geest. De term Geest komt uit het
Hebreeuws en betekent zoveel als adem, lucht of wind. Deze koorkap hoort bij een vierstel. Dit is een set van
dalmatiek , tuniek, kazuifel en koorkap. Een dergelijke set wordt gedragen tijdens een mis met drie heren. Het kazuifel wordt door de priester gedragen,
de dalmatiek door de diaken en de tuniek door de subdiaken. Soms is er ook een vierde heer aanwezig, een assisterend priester,
deze draagt dan de koorkap. Vaak horen bij zo een set nog meer stukken, zoals een manipel, stola, bursa en
kelkvelum.
Inventarisnummer: 100009
Kazuifel ca. 1870—1880
Materiaal: rood fluweel met rode voering. Kolom (voor) en kruis (achter) geborduurd en geappliqueerd met gouddraad en zijde, afgewerkt met een rode en een gouden bies.Op de voorkant zijn twee engelen afgebeeld. De engelen houden allebei een letter in hun
handen: de A en de Ω (alpha en omega). Alpha en omega zijn de eerste en de Iaatste letter uit het Griekse alfabet (het begin en het einde).
Op de achterkant is de gekruisigde Jezus Christus afgebeeld, omgeven door de passiewerktuigen: een speer, een stok met een spons, een gesel en een roede. De passiewerktuigen zijnde voorwerpen die horen bij de lijdensgeschiedenis van Jezus Christus.
Op de vier uiteinden van het kruis zijn de vier evangelisten afgebeeld met hun symbolen. Links Mattheus met de gevleugelde leeuw, boven Marcus met de gevleugelde mens, rechts Lucas met de gevleugelde os en onder Johannes met de adelaar. Alle evangelisten houden een boek en schrijfgerei vast in hun handen, een kenmerk voor de schrijvers van de evangelién.
Inventarisnummer: 100050
Kazuifel (vioolkist)
Datering: eind 18 of begin 19e eeuw
Materiaal: zijden versierd met een patroon van ingeweven bloemen. De voor- en achterkant zijn versierd met band van gouddraad. Ook de zijkanten zijn afgebiesd met een band van gouddraad. De voering is van blauw linnen.
Dit kazuifel is zeer waarschijnlijk gemaakt van een damesjurk. In 18e eeuw werden damesjurken vaak geschonken aan de kerk om kazuifels en andere paramenten van te maken. Ook in de eerste decennia van de 19e eeuw kwam dit nog voor. De paramenten werden destijds niet versierd met borduurwerk. Bij de samenstelling van dergelijke paramenten werd niet altijd rekening gehouden met de liturgische kleuren. Voor de vervaardiging waren geen bijzondere vaardigheden vereist en ongetwijfeld zal het naaiwerk gewoon door plaatselijke naaisters uitgevoerd zijn. Overigens bleef het oude gebruik om kostbare jurken aan de kerk ten geschenke te geven, ter vervaardiging van paramenten, tot ver in de 20e eeuw bestaan.
Inventarisnummer: 100059
Kazuifel (klokvorm)
Datering: waarschijnlijk jaren 1950
Materiaal: paars ribsweefsel, paarse voering, versierd met geweven band met ingeweven patronen, borduurwerk met applicatie. Dit kazuifel is aan de voor- en achterkant versierd met een gaffelkruis. Een gaffelkruis is een kruis in de vorm van een Y,waarvan de armen schuin omhoog lopen, over de schouders. Het woord gaffelkruis is afkomstig van gaffel, een vork met twee tanden. Dit is een klokkazuifel, oorspronkelijk een zeer wijd model dat bestaat uit een aan de voorzijde gesloten halve cirkel.
Het kazuifel is de belangrijkste bovenkleding van de priesters. Het is een rondom geheel gesloten kledingstuk met enkel een halsopening. De naam is ontleend aan het Latijnse woord casabula, dat hutje betekent. Het kazuifel wordt gedragen door de priester tijdens de mis. De vorm van het kazuifel is in de loop der tijd zeer veranderd. Er zijn een aantal modellen te onderscheiden: het klokkazuifel, het Gotisch kazuifel of Bernarduskazuifel, het Borromeuskazuifel en het Romeins kazuifel.
De versiering van de kazuifels verschilt per vorm. Wijde kazuifels, zoals deze, zijn vaak zowel aan de voor- als achterzijde versierd met een gaffelkruis. Bij smallere kazuifels is de voorzijde over het algemeen versierd met een verticale brede band, een aurifries of ookwel kolom genoemd. Op de rugzijde is vrijwel altijd een kruisvormige versiering aangebracht.
Meer informatie over kazuifels en de verschillende modellen is te vinden in het boekje.
Inventarisnummer: 100007
Koorkap
Zwarte koorkap met voor twee banden in donkerpaars, met onderaan geborduurde geometrische motieven. Het koorschild is versierd met een XP-monogram. Dit zijn Griekse hoofdletters, namelijk Chi (χ) en Rho (ρ) en staan voor Christus Rex (Christus Koning). Het monogram is omgeven door stralen en onderaan zien we twee duiven. Bovenaan de Griekse letters A en W, de alpha en omega. Dit zijn de eerste en de laatste letter uit het Griekse alfabet. Zij zijn het symbool van God als het begin en het einde van alle dingen.Waarschijnlijk dateert deze koorkap uit de jaren 50 van de 20e eeuw.
Inventarisnummer: 100001
Kazuifel
Wit klokkazuifel met voor en achter een verticale rode band met een zwarte bies en zeven goudkleurige versieringen. Dit kazuifel dateert van na het Tweede Vaticaanse Concilie, toen de kleding van de priesters soberder werd.


Inventarisnummer: 100022
Kazuifel
Wit kazuifel met voor en achter versierd met een band van halve manen en cirkels. Waarschijnlijk is dit kazuifel aangeschaft in de tijd van deken Nicolaas. Het kazuifel is gemaakt in het atelier van de St. Willibrordsabdij Slangenburg.



Inventarisnummer: 100041

Kazuifel
Een zwart kazuifel met zowel aan de voorkant als de achterkant een gaffelkruis in lichtgrijs. Op de achterkant is gaffelkruis in de kruising onderbroken door een uit de vlammen opstijgende feniks met een aureool rond de kop. De versiering is direct op zwarte ondergrond geborduurd. Dit kazuifel is gemaakt in het atelier van A.W. Stadelmaier te Nijmegen.
Waarschijnlijk dateert deze koorkap uit de jaren 50 van de 20e eeuw.

Inventarisnummer: 100043
Stola
De stola is gemaakt van zijden damast, met een motief van bladranken en granaatappels. Deze stola hoort bij een vierstel, een set van koorkap, kazuifel, dalmatiek en tuniek.


Inventarisnummer: 100075
Dalmatiek of Tuniek ca. 1825
De dalmatiek en de tuniek worden gedragen door de assistenten van de priester, de dalmatiek door de diaken en de tuniek door de subdiaken. De kledingstukken bestaan allebei uit een voor- en een achterpand, van onder recht afgesneden, met korte mouwen. Vaak zijn de naden aan de onderzijde van de mouwen open, om het draaggemak te vergroten.
Deze dalmatiek (of tuniek) is van wit brokaat met een rode voering. Het brokaat is versierd met een ruitmotief van granaatappels met acanthusbladeren. De banden (clavi en plagula) zijn versierd met druiventrossen en bladerranken van goudborduursel in reliëf. Deze verwijzingen naar Jezus Christus en het Laatste Avondmaal.
Inventarisnummer: 100053
Stola
De stola is uitgevoerd in twee kleuren zijde, de ene kant paars en de andere kant wit. Aan de onderkant zijn versieringen geborduurd. Op de paarse kant bloemen met een kruis omgeven door stralen. Aan de witte kant een bladerrank met een vogel en een kelk met een hostie omgeven door een stralenkrans.

Inventarisnummer: 100102
Koorkap
Datering: waarschijnlijk 1945 - 1965.
Atelier: Kerkornamenten Fa. J. Jongenelen te Roosendaal N.B (1890-1966)
Beschrijving: koorkap van groen ribweefsel, rode voering, versierd met kolommen van velours met applicatie en goudborduren. 
Een koorkap heeft de vorm van een halve cirkel en wordt omgeslagen als een mantel. De vorm van deze kleding gaat terug op de dagelijkse kleding die gegoede Romeinse burgers dragen in de 4e eeuw na Christus. De koorkap wordt door de priester gedragen tijdens bepaalde plechtigheden zoals processies, wijdingen en bij bijzondere gelegenheden zoals huwelijk en begrafenis. 
Het schild op de achterkant van deze koorkap toont het Lam Gods met de tekst Ecce Agnus Dei (Zie het Lam Gods). Het koorkapschild is een overblijfsel van een kap of een kapoets aan de oudste mantels van de Romeinen. Aan de voorzijde zit een tweedelige koorkapsluiting. De beide delen zijn versierd met een kruis met de letters I.N.R.I.  en een waterbron met een hert. De letters I.N.R.I. staan voor Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum (Jezus van Nazareth, koning der Joden). De bron en het hert verwijzen naar de tekst “Zoals het hert verlangt naar de waterbron, zo verlangt mijn ziel naar U, o Heer” uit psalm 41.De priesters dragen kleding in de kleur die past bij de dag van de liturgische kalender. Groen is de kleur van hoop, nederigheid en beschouwing. Deze kleur wordt gedragen op dagen waarop geen bijzondere feesten worden gevierd.
Inventarisnummer: 100070